top of page

2 leraren die ik heb mogen ontmoeten

Bijgewerkt op: 11 sep. 2022

Een voorbeeld voor mij, een man waar ik van heb geleerd, de heer Leen Geelhoed.

Hij is in 2022 overleden.


Ik heb hem leren kennen in mijn kindertijd.

Mijn ouders haalden hondenvoer bij hem aan huis. Zonder het toen bewust te weten was ik onder de indruk van zijn omgang met zijn honden, Golden Retrievers.

Wanneer mijn moeder een afspraak met hem had, ging ik wat graag mee.

Hij kon zo beeldend vertellen, over de avonturen met zijn honden in het jachtveld en tijdens wedstrijden.

Ik werd ouder, ging minder vaak mee naar Leen.

Tot het moment dat Labrador Bailey het leven van Robert en mij binnen kwam wandelen.

Hij bleek een natuurtalent in het apporteerwerk.

Ik besloot me aan te sluiten bij een club om het apporteren beter onder de knie te krijgen.

Dit verliep niet op een manier die ik plezierig vond.

En zoals dat zo kan gaan in je leven liep ik, letterlijk, Leen weer tegen het lijf.

Beiden wat jaren ouder.

Ik was aan het wandelen in de polder en ik had de jagers, met hun honden, gezien op de akkers.

Ineens hoor ik die bekende stem; "Hé Annelies, mooi hondje heb je bij je. Kan die ook wat?" En daar begon mijn hernieuwde kennismaking met Leen Geelhoed.

Vele jaren geleden heb ik leren apporteren van mijn Labrador Bailey.

Hij ademde het apporteerwerk in en uit.

Wanneer ik dacht dat ik wel wist hoe een apport moest verlopen en daarmee te hoog van de toren blies, zette hij me direct met mijn 2 modderlaarzen terug op de grond.

Hij liet me dan zien hoe het moest gebeuren, hij wist wat er moest gebeuren en hij wist waartoe hij in staat was.

Die hond had overzicht, die hond had zelfvertrouwen en hij deed iets waar hij plezier in had.

Hij was er goed in, zijn doel was altijd duidelijk.

Het apport halen na opdracht van mij, vastpakken, vasthouden en naar mij terug brengen om het af te geven in mijn handen.

Bailey, een bruine Labrador Retriever

Ik raakte in verwarring van trainers en mensen die mij advies en les gaven, overigens volledig op mijn verzoek. Ik had besloten les te volgen.

Ze keken naar mij en niet naar Bailey.

Ze zagen zeker dat hij prachtig kon apporteren, maar daar bleef het bij.

Ik raakte in verwarring omdat ik de opdracht kreeg dat ik eraan moest werken dat de hond het niet voor het zeggen heeft en dat ik de leiding moest nemen in het geven en uitvoeren van de opdrachten.

De verwarring was compleet omdat ik toch echt overtuigd was van het feit dat mijn hond het apport uitvoert. Hij snelde immers pijlsnel, doordacht en met vertrouwen naar ieder apport wat we deden.

Hij was het die met de dummy of het wild in zijn bek terug kwam rennen naar mij en het vervolgens met mij deelde, het aan mij overhandigde.

En dat deed hij altijd en zonder twijfel.


Ik was er door Bailey al achter gekomen dat apporteren vooral gaat over delen.

Het delen van de verantwoordelijkheid om het apport te vinden en terug te brengen, dit doe ik samen met de hond.

Dat samen doen, daar past voor mij dat component van leiding nemen niet in.

Ik vond het meer het delen van de regie, ieder zijn gelijke aandeel.


Toen kwam ik in aanraking met een trainer die Bailey zag, dit was Leen Geelhoed.

En hij kon mij uitleggen wat de hond liet zien, wat er nu precies gebeurde, hoe hij zijn jachtverstand gebruikte en hoe ik daar gebruik van kon maken in het ontwikkelen van ons als team.

En vanaf dat moment was het ademhalen en het samen apporteren in- en uitademen.

 

"Volg je hond maar, volg hem met je ogen, niet met je verstand", hoorde ik meermaals en dat mantra is nog altijd aanwezig wanneer ik met mijn honden apporteerwerk doe.

 
"Weet jij het weer beter dan je hond, stop maar, ik zie je volgende week weer"; ook dat kreeg ik te horen. En ik kon serieus vertrekken, geen discussie. Ik moest losgeweekt worden van de invloeden van het jaar daarvoor en de mensen waar ik advies van had gekregen.

Ik kreeg uitleg, ik kreeg les, ik kreeg de kans om te ontwikkelen en uit te vinden.

Ik mocht en kon op mijn gevoel met Bailey samenwerken en doen wat voor ons als team ontspannen en succesvol was.

En Leen zag Bailey voor wie hij was. "Potdomme, dat is een tophondje Annelies", is 1 van zijn bekende uitspraken. En ik groeide zomaar een kop groter daar op dat grasveld.


Een volgende les werd er gevraagd Bailey even in de auto te laten wachten.

Een bak koffie werd ingeschonken en Leen vroeg mij; "Kun jij apporteren"?

En vol vertrouwen, op mijn gevoel, zonder na te denken antwoorde ik dat ik dat zeker kon.

Ik heb geduld, ik ben rustig, doelgericht, duidelijk, kijk naar mijn hond, ik kan mijn plannen bijstellen, ik ben verbaasd, ik ben trots op mijn hond en heb vertrouwen in hem, ik kan hem laten werken en beslissen, ik stop wanneer ik moet stoppen, ik schreeuw niet en word niet boos en ik deel de liefde voor het apporteren met Bailey, ik leer van en met mijn hond.


En hij zegt: "Haal je grote vriend erbij en dan gaan we aan de slag!"

Na die les kreeg ik nog een bak koffie met taart erbij en daarbij vermelde hij: "Als jij de kans krijgt om mensen te leren naar hun hond te kijken en met ze te werken aan het leren zien van eigen potentieel en dat van hun hond, wil je dat dan serieus overwegen?"


Daar heb ik toen volmondig, nogal wiedes met een stuk gebak in mijn waffel, ja op geantwoord. Zonder twijfel.

"Trainen met je hond doe je met je handen in je zakken. Niet steeds dat dier lastigvallen door aan hem te zitten." Ik ben er zeker van dat mensen die nu les bij mij volgen dit herkennen.

De keuze om naast een Labrador Retriever het werktalent van een Duitse Staande Korthaar te willen gaan ontdekken heb ik met Leen besproken.

Het ging vooral over mijn talenten, inzichten en ervaringen waar Leen dan vragen over stelde en waar ik enorm over na moest denken.

Om vervolgens, toen hij had gekeken naar een training met Duggan, te constateren dat ik prima aan de slag zou kunnen gaan met een Duitse Staande Korthaar.

Waarna hij dan altijd weer even moest melden, met een enorme grijns en pretoogjes, dat er eigenlijk maar 1 jachthond is en dat is toch echt de Golden Retriever.


Leen heeft zijn gouden kennis, met mij en velen anderen, willen en kunnen delen.

Hij heeft veel goud gestrooid, hij had goud in handen.

Een man van goud met een grote liefde voor zijn werkende jachthond, de Gouden Retriever.

"Wat doe jie noe? Da kan toch nie zo. Bluuf tur of mie je fikken. Das flienk deur de hort roeren wa jie doet. Moi je nog ooien of wa?"*

* "Wat doe jij nou? Dat kan toch niet zo. Blijf er met je handen vanaf. Je maakt er een potje van. Heb je haast? "


Leen gaf duidelijk woorden aan wat hij zag gebeuren.

Duidelijk. Punt.


Dankjewel Leen, voor al dat moois. Het was me een waar genoegen.

bottom of page