Jouw keuze

Ben je onderweg naar huis nog bezig met wat die collega tegen jou zei?

Dan zit die persoon nu eigenlijk naast je en reist met je mee.

Zit een situatie betreffende je kind op school nog in je hoofd terwijl je aan het sporten bent?

Dan staat je kind ook op de tennisbaan.

Praat je tijdens het avondeten over je schoonvader of vriendin die je vervelend vindt?

Dan zit die persoon nu bij je aan tafel.

Piekeren je over de relatie met je partner terwijl je de hond uitlaat?

Dan neem je die partner mee aan de riem naar buiten.

Jouw keuze...

En hoe werkt dat dan in mijn leven; ik ga iets dieper in op dat laatste voorbeeld.

Mijn staat van zijn bepaalt met welke ogen ik naar Robert kijk.

Niet wat hij wel of niet doet.

Een uiting die ik prettig vind in een ontspannen moment, kan ik irritant vinden wanneer ik een zure dag heb.

Die irritatie heeft niets met Robert te maken.

Het is mijn keuze.